Tag Archief van: Eindejaarsactualiteiten

Herziening aftrek voorbelasting

De btw op bedrijfsmiddelen komt in aftrek naar gelang van de mate waarin u de bedrijfsmiddelen voor btw-belaste prestaties gebruikt. Heeft u de btw op bedrijfsmiddelen in het verleden geheel of gedeeltelijk in aftrek gebracht, dan moet de aftrek worden herzien als de mate van gebruik voor belaste prestaties is veranderd. Voor onroerende zaken is de herzieningstermijn negen jaar, volgend op het jaar waarin u de zaak bent gaan gebruiken. Voor roerende zaken, waarop wordt afgeschreven, bedraagt de herzieningstermijn vier jaar volgend op het jaar van ingebruikname. De herziening verwerkt u in de laatste aangifte van het jaar.

Vermogen overhevelen naar de (klein)kinderen

Bij uw overlijden gaat uw vermogen naar uw erfgenamen. De erfgenamen moeten over hun aandeel in de nalatenschap erfbelasting betalen. Heeft u geen testament, dan geldt het wettelijk erfrecht. Dat komt erop neer dat uw echtgenoot en de kinderen voor gelijke delen erven, waarbij het vruchtgebruik van de kindsdelen naar uw echtgenoot gaat. De kinderen krijgen een vordering op uw echtgenoot. Voor de echtgenoot geldt een hoge vrijstelling. De vrijstelling voor de kinderen is beperkt. De wettelijke regeling kan goed uitpakken, maar een goed testament kan helpen om bij overlijden belasting te besparen. Soms wordt gekozen voor het verschuiven van erfbelasting in plaats van besparen van erfbelasting. Een mogelijke reden hiervoor is dat het geld vastzit, bijvoorbeeld in een huis of in beleggingen. Het kan fiscaal gunstig zijn om ook de kleinkinderen te laten erven, bijvoorbeeld door voor hen legaten op te nemen in het testament. Een kleinkind kan van zijn grootouders een bedrag van € 20.946 belastingvrij erven.

Gebruik de schenkingsvrijstellingen

Door tijdens uw leven (een deel van) uw vermogen over te dragen aan uw kinderen kan de heffing van erfbelasting worden beperkt. Naast een jaarlijkse vrijstelling voor een schenking van ouders aan een kind van € 5.515 bestaat er voor kinderen tussen 18 en 40 jaar een verhoogde vrijstelling van € 26.457. Schenkingen aan kleinkinderen en anderen zijn vrijgesteld tot een bedrag van € 2.208.

Schenkingsvrijstelling eigen woning

De vrijstelling voor schenkingen die verband houden met de financiering van een eigen woning is verruimd tot een bedrag van € 103.643. Om van deze vrijstelling gebruik te maken hoeft er geen familierelatie tussen schenker en verkrijger te zijn. De verkrijger moet tussen 18 en 40 jaar oud zijn. Het bedrag van € 103.643 wordt verminderd met eerder toegepaste verhoogde vrijstellingen, voor zover het gaat om schenkingen van ouders aan kinderen voor de eigen woning of de studie.

Beperk belastingheffing in box 3

Schulden komen in mindering op het vermogen in box 3. Dat geldt echter niet voor belastingschulden. Alleen erfbelastingschulden kunnen als schuld in box 3 worden opgevoerd. U kunt de belastingheffing in box 3 beperken door uw belastingschulden voor de jaarwisseling te betalen. Als u verwacht dat u belasting moet (bij)betalen, is het raadzaam om de Belastingdienst te vragen om een voorlopige aanslag of om een aangifte in te dienen en de aanslag voor de peildatum te betalen. Heeft u het verzoek uiterlijk acht weken voor het einde van het jaar gedaan, maar heeft de Belastingdienst nog niet of te laat gereageerd op het verzoek, dan mag u het nog niet betaalde bedrag wel als schuld in box 3 aanmerken.

Maak gebruik van de vrijstellingen

Er bestaan diverse vrijstellingen in box 3, bijvoorbeeld voor voorwerpen van kunst en wetenschap en voor groene beleggingen. Het kan aantrekkelijk zijn om belast vermogen (tijdelijk) om te zetten in vrijgesteld vermogen. Belegt u groen, dan bespaart u niet alleen belasting in box 3, maar profiteert u ook van een extra heffingskorting in box 1 van 0,7% van de waarde van de vrijgestelde beleggingen. Voor groene beleggingen geldt een vrijstelling van maximaal € 59.477 per persoon (€ 118.974 voor fiscale partners).

Vraag middeling aan

Mensen met een sterk wisselend inkomen in box 1 kunnen met een beroep op de middelingsregeling een vermindering van belasting verkrijgen. De inkomens over drie opeenvolgende kalenderjaren worden gemiddeld, waarna de belasting per jaar over het gemiddelde inkomen wordt berekend. Het verschil tussen de eerder berekende belasting en de herrekende belasting, verminderd met een drempelbedrag van € 545, wordt op verzoek teruggegeven. Een verzoek om toepassing van de middelingsregeling moet binnen 36 maanden nadat de laatste aanslag over de drie kalenderjaren van het middelingstijdvak definitief vaststaat bij de Belastingdienst worden ingediend. Als het verzoek later wordt ingediend hoeft de Belastingdienst het verzoek niet in behandeling te nemen. Kalenderjaren die eenmaal in een middeling zijn betrokken kunnen niet in een ander middelingsverzoek worden betrokken, tenzij een eerdere middelingsteruggaaf ongedaan is gemaakt.

Betaal hypotheekrente vooruit

Als u verwacht in 2021 een veel lager inkomen in box 1 te hebben dan in 2020, kan het aantrekkelijk zijn om de hypotheekrente van het eerste halfjaar van 2021 vooruit te betalen en in 2020 tegen een hoger belastingtarief in aftrek te brengen.

Voorkom verliesverdamping

Ondernemingsverliezen in de inkomstenbelasting, die niet zijn verrekend met winsten van voorgaande jaren, kunnen worden verrekend met winsten van de negen volgende jaren. Voor ondernemingsverliezen in de vennootschapsbelasting is de termijn van verrekening beperkt tot de eerste zes jaren die volgen op het verliesjaar. Na die termijn kunnen verliezen niet meer verrekend worden en verdampen ze. Mogelijk kunt u verliesverdamping voorkomen door het realiseren van in de onderneming aanwezige stille reserves, door het vrij laten vallen van voorzieningen of door winst naar voren te halen.

Transitievergoeding

Met invoering van de Wet arbeidsmarkt in balans (Wab) per 1 januari 2020 ontstaat het recht op een transitievergoeding bij ontslag niet pas als het dienstverband twee jaar heeft geduurd, maar direct bij indiensttreding. De transitievergoeding bedraagt 1/3 maandsalaris per gewerkt jaar, ongeacht de duur van het dienstverband. Wat niet verandert is dat de werknemer in beginsel geen recht heeft op een transitievergoeding bij beëindiging op zijn initiatief. Dat is anders als het einde van de arbeidsovereenkomst het gevolg is van ernstig verwijtbaar handelen van de werkgever. De bestaande verhogingen van de transitievergoeding voor dienstverbanden langer dan tien jaar en voor 50-plussers vervallen.

Overgangsrecht
De huidige regeling van de transitievergoeding kent een tijdelijke regeling voor oudere werknemers en een overbruggingsregeling. Deze regelingen vervallen per 1 januari 2020. Bij wijze van overgangsrecht zijn deze regelingen nog van toepassing als:

  • de arbeidsovereenkomst voor 1 januari 2020 is opgezegd;
  • de werknemer voor 1 januari 2020 schriftelijk heeft ingestemd met een beëindigingsvoorstel;
  • de arbeidsovereenkomst is opgezegd met toestemming van het UWV en het verzoek om toestemming is gedaan voor 1 januari 2020; of
  • het verzoek tot ontbinding van de arbeidsovereenkomst voor 1 januari 2020 is ingediend.

Gebruik eHerkenning

Particulieren maken gebruik van DigiD voor gegevensuitwisseling met de belastingdienst, zoals de aangifte inkomstenbelasting. Ondernemers loggen tot nu toe in op de website van de Belastingdienst met behulp van gebruikersnaam en wachtwoord. Daar komt verandering in. Rechtspersonen en samenwerkingsverbanden moeten gebruik gaan maken van eHerkenning om in te loggen voor het doen van aangifte. Ondernemers met een eenmanszaak kunnen inloggen met DigiD.

eHerkenning is een digitale sleutel. Om in te loggen bij de Belastingdienst is ten minste niveau 3 nodig. eHerkenning is geen dienst van de overheid maar van private aanbieders. Hieraan zijn kosten verbonden. Houd rekening met een behandeltermijn van enkele weken bij aanvraag van eHerkenning.

Verbreking fiscale eenheid op verzoek

Wilt u per 1 januari 2020 een of meer vennootschappen uit een bestaande fiscale eenheid halen? Zorg er dan voor dat het verzoek tot ontvoeging uiterlijk op 31 december 2019 is ingediend. Ontvoeging van een vennootschap per begin van het jaar kan wenselijk zijn als u verwacht de vennootschap in de loop van 2020 te verkopen of om een tariefvoordeel te behalen door de winst te splitsen over meerdere vennootschappen.

Bijtelling auto van de zaak

Voor het privégebruik van een auto van de zaak moet een bijtelling bij het loon van de werknemer worden gedaan. De standaardbijtelling bedraagt 22% van de catalogusprijs van de auto. Voor auto's die voor 2017 zijn aangeschaft of geleaset gelden andere percentages. Lagere bijtellingen gelden gedurende 60 maanden. Daarna geldt de standaardbijtelling. Voor auto's van voor 2017 bedraagt de standaardbijtelling niet 22 maar 25%.

Bijtelling elektrische auto
De bijtelling voor een elektrische auto bedraagt 4% van de catalogusprijs. Sinds 2019 is de verlaagde bijtelling voor nieuwe auto's beperkt tot de eerste € 50.000 van de catalogusprijs en geldt voor het meerdere de reguliere bijtelling van 22%. Met ingang van 2020 gaat de bijtelling voor nieuwe elektrische auto's omhoog naar 8% over de eerste € 45.000. Per 1 januari 2021 gaat de bijtelling voor nieuwe elektrische auto's verder omhoog naar 12% over de eerste € 40.000.

Overweegt u een elektrische auto, investeer of lease dan nog in 2019 om gedurende 60 maanden het voordeel van de lagere bijtelling te hebben. Omdat de verlaagde bijtelling voor een periode van 60 maanden vanaf de datum waarop de auto op kenteken is gezet geldt, kunt u overwegen om een jonge gebruikte elektrische auto, liefst van voor 2019, aan te schaffen. Dat kan ook nog in 2020. U profiteert dan niet van de verlaagde bijtelling over de volle 60 maanden, maar slechts over de resterende maanden.

Controleer de rittenadministratie
Er hoeft geen bijtelling plaats te vinden als uw werknemer kan bewijzen dat hij op jaarbasis niet meer dan 500 km privé rijdt met de auto. Dat bewijs kan hij leveren met een sluitende rittenadministratie. U moet deze rittenadministratie controleren en bij de loonadministratie bewaren. Klopt de administratie niet, dan moet u bijtellen bij het loon van de werknemer. Ook bij gebruik van een verklaring geen privégebruik auto moet uw werknemer kunnen bewijzen dat hij op jaarbasis niet meer dan 500 km privé met de auto rijdt.