Tag Archief van: Internationaal

Wetsvoorstel implementatie ATAD2

De staatssecretaris van Financiën heeft het wetsvoorstel ATAD2 naar de Tweede Kamer gestuurd. Het wetsvoorstel dient ter implementatie van de tweede Anti Tax Avoidance Directive (tweede antibelastingontwijkingsrichtlijn) van de Raad van de EU. Het wetsvoorstel moet een einde maken aan belastingontwijking door het gebruik van structuren die zijn gericht op verschillen in belastingstelsels van landen, de zogenaamde hybride mismatches. Deze mismatches bestaan eruit dat een betaling in het ene land aftrekbaar is maar de ontvangst nergens wordt belast, of dat één betaling meerdere malen aftrekbaar is. De maatregelen worden opgenomen in de Wet op de vennootschapsbelasting. Het is de bedoeling dat de maatregelen in het wetsvoorstel per 1 januari 2020 in werking treden. Dat gebeurt ook in andere Europese landen.

Correctie van aftrek zonder betrekking in de heffing

Op grond van het wetsvoorstel wordt de aftrek van een betaling, die bij de ontvangende partij niet in de heffing wordt betrokken, geweigerd. Als dat niet kan omdat de betaler niet in een EU-lidstaat is gevestigd, dan wordt de betaling bij de ontvanger in de heffing betrokken.

Correctie van dubbele aftrek

Bij een dubbele aftrek wordt de aftrek toegestaan in de staat waar de betaler is gevestigd en in de andere betrokken staat geweigerd. Als deze staat de aftrek toch toestaat, dan weigert de staat waar de betaler is gevestigd alsnog de aftrek van de betaling.

Dubbele belastingheffing

Het is niet de bedoeling van dit wetsvoorstel dat hierdoor dubbele belastingheffing ontstaat. De richtlijn schrijft voor in welke volgorde in principe de correctiemaatregelen worden genomen. Verder is een maatregel slechts van toepassing voor zover een betaling leidt tot een hybride mismatch.

De maatregelen zijn alleen van toepassing op mismatches in gelieerde verhoudingen of wanneer sprake is van een gestructureerde regeling. Dat laatste is het geval indien de voordelen die uit de hybride mismatch voortvloeien in de voorwaarden van de regeling zijn verwerkt of als de regeling zodanig is opgezet dat er een hybride mismatch uit voortvloeit.

De maatregelen in dit wetsvoorstel hebben betrekking op hybride mismatches door een verschil in de fiscale kwalificatie van lichamen, instrumenten, vaste inrichtingen of vestigingsplaatsen tussen verschillende belastingstelsels als gevolg waarvan een fiscaal voordeel ontstaat. De maatregelen zijn niet bedoeld om andere dan hybride mismatches aan te pakken.

Conceptbesluit overgangsrecht Brexit zonder overeenkomst

De staatssecretaris van Financiën heeft een conceptbesluit met overgangsrecht gepubliceerd voor het geval het Verenigd Koninkrijk de Europese Unie verlaat zonder overeenkomst. Het besluit bevat een algemene goedkeuring voor een aantal belastingwetten, waardoor het Verenigd Koninkrijk voor het jaar 2019 c.q. voor boekjaren die vóór 30 maart 2019 zijn aangevangen beschouwd wordt als lid van de Europese Unie. De algemene goedkeuring geldt voor:

  • de Wet inkomstenbelasting 2001;
  • de Wet op de loonbelasting 1964 (met deels een verlengde overgangsperiode voor alleen bestaande gevallen);
  • de Wet vermindering afdracht loonbelasting en premie voor de volksverzekeringen;
  • de Wet op de vennootschapsbelasting 1969;
  • de Algemene wet inzake rijksbelastingen; en
  • de op deze wetten betrekking hebbende algemene maatregelen van bestuur, ministeriële regelingen en beleidsbesluiten.

Daarnaast bevat dit besluit specifieke goedkeuringen voor de Loonbelasting, de Invorderingswet en de bpm. De specifieke goedkeuring voor de Loonbelasting betreft de toepassing van het anoniementarief en de identificatieplicht. Tot 15 maanden na de terugtrekking uit de EU worden VK-burgers en hun familieleden niet beschouwd als vreemdeling in de zin van de Vreemdelingenwet. Dat betekent dat zij geen verblijfsvergunning en tewerkstellingsvergunning nodig hebben om toepassing van het anoniementarief te voorkomen.

De goedkeuring voor de Invorderingswet betreft uitstel van betaling voor aanslagen inkomstenbelasting en vennootschapsbelasting over belastingjaren tot en met 2019. De specifieke goedkeuring voor de bpm betreft de export van een motorvoertuig voor 30 maart 2019 als dat voertuig binnen drie maanden wordt ingeschreven in het kentekenregister van het VK.

Vernieuwing rulingpraktijk

De staatssecretaris van Financiën heeft in een brief aan de Tweede Kamer de vernieuwde rulingpraktijk uiteengezet. De vernieuwing omvat de volgende maatregelen.

  • De Belastingdienst publiceert van elke afgegeven internationale ruling een geanonimiseerde samenvatting.
  • De Belastingdienst publiceert in een jaarverslag alle rulings met een internationaal karakter.
  • Alle rulings met een internationaal karakter worden periodiek onderzocht door onafhankelijke experts.
  • In het jaarverslag zal worden ingegaan op belangrijke vragen die dat jaar in de uitvoering zijn beantwoord zodat deze breed bekend worden gemaakt.
  • De afgifte van rulings met een internationaal karakter wordt binnen de Belastingdienst centraal gecoördineerd. Er komt een apart College Internationale Fiscale Zekerheid dat de vereiste tweede handtekening zet onder af te geven rulings.
  • Er komt een strengere norm waaraan belastingplichtigen moeten voldoen om een ruling met internationaal karakter te krijgen. De huidige substance-eisen worden vervangen door het vereiste van reële bedrijfseconomische operationele activiteiten in Nederland.
  • De Belastingdienst gaat meer letten op het doel van de structuur waarvoor een ruling wordt gevraagd. Er wordt geen ruling afgegeven als het doorslaggevende motief belastingbesparing is.
  • Rulings met een internationaal karakter worden afgegeven voor maximaal vijf jaar. Alleen in uitzonderlijke gevallen kan de looptijd worden verlengd tot maximaal tien jaar.
  • Er komt een vaste vormgeving voor alle rulings met een internationaal karakter.
  • De Belastingdienst geeft in de toekomst geen rulings af over transacties met entiteiten in landen die op de EU-lijst van niet-coöperatieve rechtsgebieden staan of die kwalificeren als laagbelastend land.

De staatssecretaris wil deze wijzigingen per 1 juli 2019 doorvoeren en in laten gaan.