Tag Archief van: Vennootschapsbelasting

Commissie belastingheffing multinationals

De staatssecretaris van Financiën heeft een commissie ingesteld die moet adviseren over maatregelen voor een eerlijke belastingheffing over winsten van multinationals. De commissie moet nog dit jaar met concrete plannen komen. De Tweede Kamer heeft onlangs in een motie opgeroepen een dergelijke commissie in het leven te roepen.

Omdat de invulling van het begrip eerlijke belastingheffing afhankelijk is van iemands politieke achtergrond of kleur, geeft de staatssecretaris de commissie als opdracht mee om maatregelen te inventariseren die leiden tot een grondslagverbreding van de vennootschapsbelasting. Daarbij mag het belang van het behoud van hoofdkantooractiviteiten in Nederland niet uit het oog worden verloren. Op basis van de inventarisatie van de commissie kunnen vervolgens politieke keuzes gemaakt worden.

Start consultatie vervanging fiscale eenheid vennootschapsbelasting

De huidige regeling van de fiscale eenheid in de vennootschapsbelasting staat op de nominatie om te worden vervangen door een andere groepsregeling. Aanleiding daartoe is jurisprudentie van het Hof van Justitie van de EU. Deze jurisprudentie heeft al tot meerdere aanpassingen geleid. De staatssecretaris van Financiën heeft een eerste ronde internetconsultatie geopend over de vormgeving van de nieuwe groepsregeling. In deze eerste rond gaat het om een document met vier mogelijke richtingen voor de vervanging van de huidige regeling. Het gaat om de volgende mogelijkheden:

  1. continueren van het huidige regime, waar nodig uitgebreid met nieuwe reparatiemaatregelen;
  2. het afschaffen van de regeling van de fiscale eenheid;
  3. de introductie van een verlies- of winstoverdrachtregeling;
  4. een grensoverschrijdende groepsregeling met objectvrijstelling.

In de fiscale eenheid wordt een groep, bestaande uit een moedermaatschappij en één of meer dochtermaatschappijen, belast alsof er één belastingplichtige is. In de consultatie worden vier mogelijke oplossingsrichtingen geschetst. Geïnteresseerden kunnen tot en met 29 juli reageren op de consultatie. De staatssecretaris wil in het najaar van 2019 een schets van de beoogde groepsregeling naar de Tweede Kamer sturen. Het is de bedoeling om in 2020 een wetsvoorstel voor internetconsultatie te kunnen aanbieden.

Liquidatieverliesverrekening

Door de werking van de deelnemingsvrijstelling in de vennootschapsbelasting zijn winsten van een dochtermaatschappij niet ook bij de moedermaatschappij belast. Verliezen van de dochtermaatschappij zijn niet verrekenbaar bij de moedermaatschappij. De liquidatieverliesregeling vormt een inbreuk op de deelnemingsvrijstelling. De bij ontbinding van een dochtermaatschappij resterende, niet verrekende verliezen kunnen bij de moedermaatschappij worden verrekend. Een liquidatieverlies wordt niet eerder in aanmerking genomen dan wanneer de vereffening van de dochteronderneming is voltooid. Om voor verrekening van een liquidatieverlies in aanmerking te komen moet de dochter haar onderneming geheel hebben gestaakt of hebben overgedragen aan een ander dan de moedermaatschappij of daarmee verbonden lichaam. Deze voorwaarde staat bekend als de niet-voortzettingseis. Deze eis heeft volgens de wetsgeschiedenis het karakter van een antimisbruikregel. De wetgever heeft daarmee willen voorkomen dat een concern naar believen de verliesverrekeningsmogelijkheden bij een dochtervennootschap kan verruilen voor een liquidatieverlies bij de moedervennootschap.

Omdat de aftrek van een liquidatieverlies niet eerder is toegestaan dan na verbreking van de band met de onderneming van de ontbonden dochtervennootschap, is dat het moment waarop moet worden beoordeeld of aan de niet-voortzettingseis is voldaan. In het geval van voortzetting van de onderneming binnen het concern is de aftrek van het liquidatieverlies overigens niet uitgesloten, maar wordt deze uitgesteld tot het moment waarop de gehele onderneming is gestaakt of door een derde wordt voortgezet.

Kosten verbouwing woning dga niet zakelijk

Een bv nam de kosten van verbouwing van het woonhuis van haar dga voor haar rekening. Volgens de bv had de verbouwing een zakelijk karakter, omdat de woning als kantoorpand gebruikt zou worden. Volgens de Belastingdienst ging het om de verbouwing van een gedateerd woonhuis tot een moderne, luxe villa. De rechtbank vond niet aannemelijk gemaakt dat de uitgevoerde werkzaamheden een zakelijk karakter hadden. De woning is destijds door de dga als woning aangekocht en een aantal jaren later weer als woning verkocht. Er was geen vergunning om het woonhuis als kantoorpand te gebruiken. Het bestemmingsplan stond de beoogde zakelijke verhuur van een deel van het pand niet toe. De werkzaamheden betroffen de plaatsing van een grote en luxe keuken, de verbouwing van de badkamer en een overkapping van het zwembad.

De bv heeft volgens de rechtbank de voorbelasting op de kosten van de verbouwing ten onrechte in aftrek gebracht. Ook heeft de bv ten onrechte de afschrijvingskosten van het verbouwde pand in mindering op de winst gebracht. De Belastingdienst heeft dat gecorrigeerd door het opleggen van navorderingsaanslagen vennootschapsbelasting en naheffingsaanslagen omzetbelasting.

Tweede Kamer wil eerlijke winstbelasting voor multinationals

De Tweede Kamer heeft een motie aangenomen waarin de regering gevraagd wordt om een commissie in te stellen die moet adviseren over eerlijke winstbelasting voor multinationals. Op dit moment betalen multinationals met een Nederlands hoofdkantoor vaak geen vennootschapsbelasting over de in Nederland behaalde winst. Dat komt omdat zij gebruik maken van allerlei maatregelen die zijn getroffen om Nederland een aantrekkelijk vestigingsland te maken voor hoofdkantoren. De commissie zou over zes maanden met een rapport met aanbevelingen moeten komen.

Wetsvoorstel spoedreparatie fiscale eenheid aangenomen

De Eerste Kamer heeft op 23 april 2019 het wetsvoorstel spoedreparatie fiscale eenheid aangenomen. Het wetsvoorstel is een reactie op een arrest van het Hof van Justitie EU over de toepassing van de renteaftrekbeperking ter voorkoming van winstdrainage. De spoedreparatie van het regime van de fiscale eenheid brengt wijzigingen aan in de Wet Vpb 1969 en in de Wet op de dividendbelasting 1965. Een deel van de wijzigingen treedt in werking met terugwerkende kracht tot 1 januari 2018. Bij de behandeling van het wetsvoorstel is een motie ingediend waarin het kabinet wordt gevraagd om een beleidsnotitie met criteria voor fiscale maatregelen met terugwerkende kracht. Deze motie is verworpen.

Besluit vrijstelling stichtingen en verenigingen

De vennootschapsbelasting kent een subjectieve vrijstelling voor stichtingen en verenigingen die een beperkt winstgevende onderneming drijven. Deze vrijstelling geldt alleen als de stichting of vereniging belastingplichtig is en dus een onderneming drijft.
De vrijstelling is van rechtswege van toepassing als aan de voorwaarden is voldaan, tenzij op tijd een verzoek is gedaan om af te zien van de vrijstelling. De vrijstelling geldt als de winst van een jaar niet hoger is dan € 15.000 of als de winst van het jaar
en de vier voorafgaande jaren tezamen niet meer bedraagt dan € 75.000. Voor de beoordeling of deze laatste grens is overschreden wordt de winst van eventuele verliesjaren in de vijfjaarsperiode op nihil gezet. Aan de hand van een aantal voorbeelden wordt de
werking van de regeling uiteengezet.

De staatssecretaris van Financiën heeft een besluit gepubliceerd waarin beleid met betrekking tot de vrijstelling is opgenomen.

Verkoopkosten deelneming

De deelnemingsvrijstelling in de vennootschapsbelasting moet voorkomen dat winsten van een dochtermaatschappij ook bij de moedermaatschappij worden belast. De wet bepaalt dat voordelen uit hoofde van een deelneming en de kosten van aan- en verkoop van die
deelneming niet tot de winst behoren. Een kostenpost valt alleen onder de deelnemingsvrijstelling als er een verband bestaat tussen de kostenpost en de aan- of verkoop van een deelneming. Omdat er in de tekst van de wet of in de wetshistorie geen aanwijzingen
zijn te vinden waaruit blijkt welk verband vereist is, gaat de Hoge Raad uit van een rechtstreeks oorzakelijk verband. Kosten hangen samen met de aan- of verkoop van een deelneming als deze kosten zonder de aan- of verkoop niet zouden zijn gemaakt. Volgens
de Hoge Raad kan een dergelijk verband alleen bestaan als de aan- of verkoop van de deelneming is doorgegaan.

Wanneer de verkoop van een deelneming aan een beoogde koper afketst, maar die deelneming vervolgens aan een andere partij wordt vervreemd, moet worden beoordeeld in hoeverre de verkoopkosten van de eerste fase ook zouden zijn gemaakt indien die fase niet
had plaatsgevonden. Voor zover dat het geval is vallen de kosten onder het aftrekverbod van de deelnemingsvrijstelling. Goed koopmansgebruik verplicht de moedermaatschappij om de kosten van een voorgenomen aan- of verkoop van een deelneming als een transitorische
actiefpost op de balans op te nemen totdat vaststaat of de aan- of verkoop doorgang vindt. Op dat moment wordt de actiefpost afgeboekt en moet worden bepaald in hoeverre de afboeking onder de deelnemingsvrijstelling valt.